Handtherapeutische behandeling
De behandeling verschilt erg per breuk. Sommige breukjes in de vingers hebben helemaal geen gips nodig en andere breuken soms 2 tot wel 12 weken gips. In enkele gevallen is er zelfs een operatie nodig na een breuk. Wanneer u geen gips nodig heeft, kunnen wij, wanneer het nodig is, een spalk maken om de breuk toch te beschermen. Wanneer u wel gips nodig heeft zijn de vingers of de pols vaak erg stijf wanneer u uit het gips komt. Wij kunnen u helpen om de pols of hand weer soepel te krijgen en om de kracht weer op te bouwen.
We zien veel verschillende handaandoeningen in de praktijk. Een aantal springen eruit, want die komen erg vaak voor. Lees hieronder meer over deze aandoeningen
80% van de mensen die bij ons komen kunnen we goed helpen. Maar in 20% van de gevallen denken we dat er verder onderzoek of misschien een operatie nodig is. We sturen dan een brief naar huisarts en de huisarts kan u dan naar een andere specialist verwijzen.
Lees hieronder meer over de meest voorkomende handaandoeningen:
Artrose
Duimbasis artrose is één van de meest voorkomende handaandoeningen. Maar artrose kan ook in andere vingers of de pols voorkomen. Artrose past bij een normaal verouderingsproces, net als grijs worden of rimpels krijgen. Wanneer u ook pijn krijgt bij artrose kan dit erg vervelend en ook belemmerend zijn. De pijn kunnen we goed behandelen met een spalk, oefeningen en adviezen.
Handtherapeutische behandeling
Aan de artrose zelf is niets te doen. Gelukkig is er aan de pijn wel wat te doen.
We kunnen een spalk voor u maken die het gewricht beschermt. Ook geven we u tips over hulpmiddelen voor bijvoorbeeld schrijven of snijden, waardoor u minder last heeft. Veelal is bij artrose ook de balans tussen de belasting op uw hand en de belastbaarheid verstoord. De belastbaarheid neemt immers af, maar vaak blijft de belasting hetzelfde. We kunnen de belastbaarheid met u opbouwen door oefeningen mee te geven.
Operatieve behandeling
Wanneer handtherapie niet helpt kunt u geopereerd worden. Na de operatie kunt u bij ons terecht om de hand en pols weer soepel en sterk te krijgen.
CANS (voorheen RSI)
CANS staat voor complaints of arm neck and/or shoulder. In Nederland spreken we ook vaak over KANS (klachten van arm nek en/of schouder).
De klachten kunnen meerdere oorzaken hebben, maar ontstaan door een verstoring tussen de belasting en uw belastbaarheid. Vaak zijn de klachten voorafgegaan door het langdurig uitvoeren van herhaalde bewegingen, of het langdurig volhouden van een houding. Dit kan bijvoorbeeld door langdurig een computer of smartphone te bedienen.
Handtherapeutische behandeling
Wanneer u bij ons komt met KANS beginnen we met het uitzoeken waar de klachten vandaan komen. Welke werkzaamheden of activiteiten verergeren de klachten? Samen met u gaan we kijken of we de belasting iets kunnen verminderen. Dit valt vaak niet mee in de praktijk. Gedragsverandering is één van de moeilijkste dingen maar zeker haalbaar!
Ook gaan we kijken naar uw belastbaarheid. Is deze verstoord? En waardoor? Soms kan een spalk helpen om de hand of pols tijdelijk wat rust te gunnen, waarna we de belastbaarheid weer op kunnen bouwen met oefeningen.
Carpaal Tunnel Syndroom (CTS)
Het carpaal tunnel syndroom is één van de meest voorkomende handaandoeningen. Wanneer u het carpaal tunnel syndroom heeft, heeft u last van tintelingen en/of doofheid in de wijs-, middel- en ringvinger en in sommige gevallen ook in de duim. Vaak helpt het kortdurend om even te wapperen met de handen. Ook kan het zijn dat u minder kracht in de hand heeft. Tijdens de zwangerschap is de kans op carpaal tunnel syndroom groter.
De nervus medianus (één van de drie zenuwen die naar de hand lopen) wordt bekneld net iets boven de pols. Hier loopt hij door een tunnel. Wanneer de zenuw beknelt wordt raakt hij geïrriteerd en wordt wat dikker, hierdoor nemen de klachten nog meer toe.
Handtherapeutische behandeling
We kunnen u helpen door u een spalk voor de nacht te geven, deze zorgt ervoor de u ‘s nachts uw pols niet kunt buigen en dat de zenuw zo min mogelijk beknelt word. Dit helpt bij 40 van de 100 mensen.
Verder kunnen we u adviezen geven om de zenuw zo min mogelijk te irriteren bij uw dagelijkse bezigheden. Wanneer dit niet voldoende helpt verwijzen we u terug naar de huisarts, deze kan een injectie geven of u verwijzen naar het ziekenhuis. Hier wordt dan gekeken of u in aanmerking komt voor een operatie.
Na de operatie kunt u ook bij ons terecht. We geven u dan oefeningen mee om de vingers en pols weer soepel te krijgen of om ervoor te zorgen dat het litteken of de vingers minder gevoelig zijn.
Chronische a-specifieke klanten
Het kan zijn dat u polsklachten heeft, maar dat de oorzaak niet gevonden kan worden, dit noemen we a-specifieke klachten. Chronisch betekent dat de klachten al langere tijd bestaan. Dit komt regelmatig voor, het vaakst bij jonge vrouwen. Vaak is het zo dat de klachten beginnen met milde overbelasting. De belasting is verhoogd, door bijvoorbeeld een andere baan of de geboorte van een kindje. De belastbaarheid (wat uw pols aankan) blijft gelijk, of is soms zelfs verminderd. Hierdoor verergeren de klachten.
Handtherapeutische behandeling
Met behulp van een oefenprogramma proberen we de belastbaarheid weer op te bouwen. We beginnen met het leren gebruiken van de juiste spieren op de juiste manier om de pols weer goed aan te kunnen sturen. Daarna gaan we de belasting heel rustig opbouwen, we proberen de hand- en polsfunctie te optimaliseren, waardoor vaak de pijn afneemt. Het totale oefenprogramma duurt drie maanden.
Complex Regionaal Pijn Syndroom (CRPS / Posttraumatische Dystrofie)
Complex regionaal pijn syndroom (CRPS) werd voorheen posttraumatische dystrofie, Südeckse dystrofie of sympathische reflexdystrofie genoemd. CRPS komt voornamelijk in de armen en de benen voor. Wanneer er sprake is van CRPS is de hand vaak dik, rood, warm of koud en de functie is ernstig beperkt. Het belangrijkste kenmerk van CRPS is ontzettend veel pijn. CRPS kan ontstaan na een operatie of een gipsperiode. Soms ontstaat het spontaan.
We weten niet precies hoe het komt dat iemand CRPS krijgt. Ook is het niet vast te stellen met een foto of een scan. De diagnose wordt gesteld op basis symptomen. Voor het stellen van de diagnose worden vaste criteria gehanteerd.
Veelal zien we symptomen die lijken op CRPS maar niet voldoen aan de opgestelde criteria. Dit noemen we dan vegetatieve ontregeling; het zenuwstelsel is ontregelt.
Handtherapeutische behandeling.
De handtherapeutische behandeling is erop gericht om ondanks de pijn de hand wel te bewegen. We doen dit onder andere met behulp van spiegeltherapie. Wanneer links de aangedane hand is, gaat u kijken naar het spiegelbeeld van uw rechterhand. Deze lijkt immers net op uw linkerhand, maar dan een gezonde versie, die makkelijk beweegt. Op deze manier proberen we uw brein te laten geloven dat de aangedane hand normaal en pijnvrij kan bewegen. Dit kan ervoor zorgen dat de aangedane hand minder pijnlijk en beweeglijker wordt.
De Quervain
Wanneer u last heeft van de duimzijde van uw pols, zou het kunnen dat u de aandoening van Quervain heeft. De twee strekpezen van uw duim zijn dan geirriteerd. Ze lopen door een compartiment, dit is een soort tunneltje. Wanneer u uw duim beweegt glijden ze hier doorheen. Wanneer er irritatie ontstaat wordt het compartiment nauwer en de pees juist dikker, de peeschede gaat ontsteken. Dit gaat nog meer irriteren bij bewegen. Mensen met reuma of diabetes hebben meer kans op de aandoening van Quervain. Ook komt Quervain vaker voor mij vrouwen nadat ze bevallen zijn of wanneer ze in de overgang zijn. Hormonen kunnen dus een rol spelen bij het ontwikkelen van Quervain.
Handtherapeutische behandeling
We kunnen u helpen door een spalk voor u te maken, waardoor de geïrriteerde pezen rust krijgen. Het is de bedoeling dat u deze spalk 24 uur per dag draagt, 6 weken lang. Ook kijken we naar hoe u uw hand gebruikt. Soms is het van belang om u hand anders te gaan gebruiken zodat de kans dat de klachten terugkomen minimaal is.
In veel gevallen helpt dit. Wanneer dit niet voldoende helpt verwijzen we u terug naar huisarts, deze kan u een injectie geven of verwijzen naar het ziekenhuis. Daar wordt gekeken of u in aanmerking komt voor een operatie.
Dupuytren
De ziekte van Dupuytren wordt ook wel een koetsiershand genoemd. We weten niet zo goed hoe het komt dat Dupuytren ontstaat. De cellen die littekens maken zijn nu overactief en maken strengen in de handpalm. Hierdoor gaan de vingers krom staan.
Handtherapeutische behandeling
Wanneer u niet geopereerd bent kunnen we weinig voor u betekenen. Het enige advies luidt: Overstrek uw vingers niet met de andere hand! Door namelijk veel rek op de Dupuytren streng te zetten wordt deze alleen maar agressiever en zullen uw vingers sneller krom worden.
Na een operatie kunnen wij u helpen. Indien nodig kunnen we een spalk voor u maken. Verder krijgt u oefeningen om de vingers weer soepel te krijgen en houden de we wond in de gaten
Fracturen (botbreuk)
Fracturen aan de hand of pols komen vaak voor. Wanneer u denkt dat u een breuk in uw pols of hand heeft is het belangrijk om naar de huisarts te gaan. Hij of zij zal u onderzoeken en indien nodig verwijzen voor een röntgenfoto.
Ganglion
Wanneer u een bultje op uw pols heeft die pijnlijk kan het zijn dat u met een ganglion te maken heeft. Dit is een goedaardige cyste gevuld met vocht. Vaak ontstaat een ganglion als gevolg van instabiliteit (losse gewrichtsbanden) of artrose. Soms is het zo dat een ganglion onstaat zonder dat er iets anders aan de hand is. Een ganglion kan zowel door handtherapie of door een operatie behandeld worden.
Hand- en elleboogblessures bij klimmers
75% van de klimmers heeft wel eens te maken heeft gehad met klachten aan de hand, pols of arm. Klimmers belasten hun handen ontzettend zwaar, waardoor ze snel te maken krijgen met blessures. Veelvoorkomende handblessures bij klimmers zijn:
Partiële of complete ruptuur van een pulley
Hierbij scheurt er een bandje dat dwars over de pees loopt, we hebben hier meerdere van. Wanneer dit gebeurt bemerk je meestal een knapje tijdens het klimmen, waarna er pijn ontstaat aan de handpalm zijde van de vinger. Wanneer de pulley, ook wel ringbandje genoemd, scheurt bij een tenduegreep (open greep) ontstaat de pijn vaak tussen het middelste en het laatste gewricht van de vinger. Bij een arqué (crimp) is dit iets lager, onder het middelste gewricht van de vinger.
De behandeling hangt af van de mate van beschadiging van de pulley, dit is goed te zien op een echo. Deze kunnen wij zelf op de praktijk maken.
Wanneer één of meerdere bandjes gescheurd zijn leren we je een tapetechniek en krijg je in sommige gevallen een beschermring. Daarnaast krijg je na 2-4 weken rust een oefenprogramma waarbij je heel geleidelijk de pezen en bandjes weer mag belasten. Mathieu Ceron (trainer en fysiotherapeut van het Nederlands klim- en boulderteam) heeft dit programma ontwikkeld. Op zijn website deklim.site vind je meer informatie over klimmen en klimblessures.
Overbelasting van de buigpezen van de vingers
Wanneer de peesschede geïrriteerd is door de zware belasting noemen we dit tendovaginitis van de flexorpezen. In de volksmond wordt vaak gesproken over een ‘klimvinger.’
Heel anders dan bij een pulleyruptuur ontstaan deze klachten geleidelijk. Deze pezen aan de binnenzijde van de vingers kunnen zwellen en het maken van een vuist kan pijnlijk zijn. Ook kunnen de buigpezen gevoelig zijn wanneer erop gedrukt wordt. Rust is de beste oplossing hiervoor en het aanpassen van je klimtechniek kan helpen bij het herstel. Soms wordt er een injectie gegeven met een ontstekingsremmend middel.
Wanneer er een nodus (bultje) in de pees ontstaat kan het zijn dat je vinger gaat hokken, we spreken dan van een triggerfinger,je voelt dan een verdikking in de handpalm. Je leest hier meer over onder het kopje triggerfinger.
Het scheuren van een intrinsieke handspier
Wanneer je aan één vinger hangt en je voelt een knapje dan kan het zijn dat één van de intrinsieke handspieren verrekt of gescheurd is. We noemen dit een lumbrical tear of shift. Ook dit is op een echo goed te diagnosticeren, je wordt behandeld met tape en mag 2-4 maanden geen greep meer doen met één vinger.
Elleboogblessures
Hoewel handblessures het de meest problemen geven bij klimmers, staan elleboogblessures op een goede tweede plaats. Veelvoorkomend zijn epicondylitis lateralis; een overbelastingsprobleem van de strekkers van de pols en vingers, deze hechten aan op de buitenzijde van de elleboog. Daarnaast komt epicondylitis medialis ook veel voor, dit is een irritatie van de binnenzijde van de elleboog, hier hechten de polsbuigers en vingerbuigers aan. Ook voor deze elleboogklachten kunt u bij ons terecht.
Mallet finger
Wanneer de strekpees van uw vinger scheurt net bij het bovenste kootje, dan is er sprake van een Mallet finger. Dit kan gebeuren bij het opmaken van het bed of wanneer er een harde bal op uw vinger komt. U kunt een Mallet finger herkennen aan een hangend topje. Het lukt niet meer om hem te strekken. Wanneer u denkt dat u een Mallet finger heeft is het belangrijk om langs de huisarts te gaan, deze wil vaak een röntgenfoto laten maken. Een Mallet finger gaat soms namelijk gepaard met een breukje, we spreken dan van een ossale Mallet. Wanneer alleen de pees aangedaan is, spreken we van een tendinogene Mallet.
Wanneer het botfragment niet goed op z’n plek zit of wanneer er een te groot botfragment loskomt moet u geopereerd worden.
Handtherapeutische behandeling
Zowel bij een ossale als een tendinogene malletfinger kunnen we u helpen door een vingerspalk voor u te maken. Deze zorgt ervoor dat u het topje gestrekt blijft en zo kan de strekpees weer aangroeien. U dient het de spalk 8 weken te dragen, daarna begeleiden we u in het afbouwen hiervan.
Soms worden er kant en klare spalkjes voorgeschreven, vaak gaat dit irriteren op de huid. Ook staat het topje hier niet altijd recht genoeg in. Dit is de reden dat wij een malletspalk op maat voor u te maken.
Mucoïd cyste
Een mucoïd cyste is een goedaardige zwelling die op of rond de vingernagels onstaat. De cysten zijn rond of ovaalvormig en voelen elastisch aan. De inhoud bevat mucine. Vandaar ook de naam “mucoïd cyste”. Er kan vloeistof uit de zwelling komen en in sommige gevallen kunnen er groeven in de nagel ontstaan. Gewrichtsslijtage (artrose) is een veelvoorkomende oorzaak van een mucoid cyste.
Handtherapeutische behandeling
Wij kunnen een klein kokertje voor u aanmeten, die u om de vingertop kan schuiven. Dit voorkomt dat u de pijnlijke cyste stoot en geeft rust aan het gewricht, vaak is dit voldoende om de klachten te verminderen.
Operatieve behandeling
Wanneer handtherapie niet voldoende helpt kan de cyste door de chirurg leeggezogen worden, dit heet aspiratie. Dit kan de pijn verminderen en de mucoïd cyste tijdelijk verkleinen. De kans dat de cyste weer terugkomt is hierbij best groot. Als de cyste in het dagelijks leven te hinderlijk is, kunt u de mucoïd cyste onder lokale verdoving laten verwijderen. Soms is het nodig om het gewricht schoon te maken. Na de operatie krijgt u een drukverband voor drie dagen. Als de chirurg het gewricht diep heeft moeten schoonmaken, kan een tijdelijke spalk nodig zijn om overbelasting van het gewricht te voorkomen, hiervoor kunt u bij ons terecht. Daarnaast krijgt u oefeningen mee voor thuis om stijfheid van het gewricht tegen te gaan.
Peesletsel
Na een ongeluk kan het zijn dat één of meerdere pezen in uw hand gescheurd of doorgesneden zijn. In de meeste gevallen moeten de pezen door de chirurg gehecht worden.
Handtherapeutische behandeling
Na het hechten van de pezen zijn er verschillende mogelijkheden voor de handtherapeutische behandeling. De chirurg bepaalt vaak in overleg met de handtherapeut het beleid.
Soms wordt er gekozen voor 3 of 4 weken gips, dit gebeurt vaak wanneer de pezen ter hoogte van de pols gehecht zijn. Wanneer de operatie in uw hand plaatsgevonden heeft is het van belang dat u uw vingers al eerder gaat bewegen, dit om stijfheid en het verkleven van littekenweefsel te voorkomen. We maken dan binnen 5 dagen na de operatie een spalk voor. U kunt daarin oefenen met de vingers. Zodat het risico dat hij opnieuw knapt minimaal is. Deze dient u 3 weken te dragen, hierna wordt de belasting weer geleidelijk opgebouwd.
Soms wordt er gekozen voor een beschermende spalk, waarin u op eigen kracht binnen 5 dagen na de operatie weer mag gaan bewegen. U krijgt dan oefeningen waarmee u zonder veel kracht alweer kunt gaan oefenen met de geopereerde vingers, uiteraard begeleiden wij u hier intensief in.
Het totale revalidatieproces duurt ongeveer 3 maanden, het is de bedoeling dat u uw hand dan weer normaal kunt belasten.
Reumatoide Arthritis
Reumatoide Arthritis wordt in de volksmond vaak reuma genoemd. Dit is een auto immuunziekte. Mensen met reuma krijgen vaak als eerste last van de handen en de voeten. Tegenwoordig zijn er goede medicijnen waar u, wanneer u reuma heeft, veel aan kunt hebben.
Handtherapeutische behandeling
Allereerst gaan we uw handen goed onderzoeken. We kijken bijvoorbeeld of de problemen al in de pols beginnen, hierop passen we het behandelplan aan.
Met spalktherapie proberen we uw handfunctie zo goed mogelijk te houden. Een spalk moet er dus voor zorgen dat u meer met uw handen kan. Soms maken we voor de nacht een spalk die de veranderende stand tegengaat.
Daarnaast geven we u oefeningen mee, deze zijn erop gericht om de spierbalans in uw hand te herstellen. Deze is bij reuma namelijk vaak verstoord. Ook zijn de oefeningen gericht op het ontspannen van de hand.
Veelal is bij reuma ook de balans tussen de belasting op uw hand en de belastbaarheid verstoord. De belastbaarheid neemt immers af, maar vaak blijft de belasting hetzelfde.
Operatieve behandeling
Soms is het ondanks intensieve handtherapie toch nodig om geopereerd te worden. Na de operatie kunt u weer bij ons terecht. De behandeling is dan gericht op het begeleiden van het herstelproces. We houden de wond in de gaten en soms maken we een spalk voor u om het geopereerde gebied te beschermen. Dit doen we altijd in overleg met de chirurg. Ook krijgt u oefeningen om de handfunctie weer te herstellen.
Skiduim
Wanneer u een skiduim heeft zijn de binnenbanden van het tweede gewricht van de duim verrekt of gescheurd. Dit gewricht (het MCP gewricht) heeft net als de knie of enkel binnen- en buitenbanden die het gewricht stabiliseren. Een skiduim ontstaat vaak (maar lang niet altijd) na een val bij het skiën, vandaar de naam.
Meestal ontstaat een skiduim na acuut letsel, bijvoorbeeld een val, we noemen dit ook wel een wackeldaum. Een skiduim kan ook ontstaan na herhaaldelijke druk op de zijkant van het topje van de duim, de banden rekken dan steeds verder op, totdat ze niet voldoende steun meer geven aan het gewricht. Dit wordt ook wel een gamekeeper’s thumb genoemd.
U herkent een skiduim na een val aan zwelling rondom het gewricht en u kunt merken dat u moeite heeft om voorwerpen te omvatten en kracht te zetten, bijvoorbeeld bij het openen van een jampotje; de duim voelt dan instabiel.
Handtherapeutische behandeling
Wanneer u een skiduim heeft waarbij de banden gedeeltelijk gescheurd zijn krijgt u van ons een spalk, deze zorgt ervoor dat het MCP gewricht gestabiliseerd wordt, deze draagt u 4-8 weken. De duur van de spalk is afhankelijk van hoe snel het gewricht weer stabiel is, dit varieert per persoon.
Operatieve behandeling
Soms is het zo dat de binnenband volledig gescheurd is, of dat het met een stukje bot losgekomen is. Dit is een reden om te opereren. Na de operatie kunt u bij ons terecht. U krijgt dan gips en daarna een spalk om de duim te beschermen. Na ongeveer 4 weken krijgt u oefeningen mee om de duim weer soepel en sterk te maken.
TFCC letsel
Wanneer u klachten aan de pinkzijde van uw pols heeft, kan het zijn dat u te maken heeft TFCC letsel. Het TFCC bestaat uit een kraakbeenschijfje die als schokdemper werkt in de pols. Deze wordt ook wel de meniscus van de pols genoemd. Naast dit kraakbeenschijfje horen er ook banden bij dit TFCC, deze hebben als functie om stabiliteit te geven aan de pols. U kunt last krijgen van het TFCC als er wat slijtage ontstaat of als u er hard op gevallen bent.
Behandeling
Wanneer u last heeft van het TFCC kunnen we u helpen door een brace aan te meten en u kunt oefeningen krijgen. Zo kunnen de spieren stabiliteit geven en wordt er minder van de banden gevraagd. Verder krijgt u adviezen van ons mee. Een belangrijke tip is om het steunen op de hand te vermijden zolang u veel pijn heeft.
Operatieve behandeling
Wanneer handtherapie niet voldoende helpt kunt u verwezen worden naar de handchirurg. Deze zal kijken of er een indicatie is om te opereren.
Triggerfinger
Wanneer uw vinger soms gebogen blijft staan en u hem niet meer op eigen kracht kan strekken is de kans groot dat u een triggerfinger heeft. Vaak voelt u een pijnlijke verdikking in de handpalm, dit is de buigpees. De buigpees loopt door een tunneltje in de hand. Wanneer de buigpees overbelast is wordt hij dikker en past hij niet meer door het tunneltje. Dit gaat nu haperend.
Handtherapeutische behandeling
We kunnen u helpen door een vingerspalk te maken waardoor de pees en peesschede rust krijgen. Met deze spalk kunt u alles nog doen. Bij onvoldoende resultaat verwijzen we u terug naar de huisarts, deze kan een injectie geven of u verwijzen naar het ziekenhuis. Hier wordt dan gekeken of u in aanmerking komt voor een operatie.
Na de operatie kunt u ook bij ons terecht. We geven u dan oefeningen mee om de vinger weer soepel te krijgen.
Volair Plaatletsel
Wanneer uw vingers overstrekt en uit de kom (luxatie) geweest is, kan het zijn dat u volair plaatletsel opgelopen hebt. Dit kan gebeuren doordat er een harde bal op uw vinger komt of soms na een val. De volaire plaat is een stevig plaatje van kraakbeen aan de binnenzijde van uw vingergewrichten. Deze voorkomt dat uw vinger te ver achterover kan buigen.
Handtherapeutische behandeling
Het is belangrijk dat u binnen 5 dagen na het ontstaan start met de behandeling. De eerste drie weken dient de volaire plaat van het aangedane gewricht beschermt te worden, zodat de volaire plaat weer kan herstellen. U krijgt van ons een op maat gemaakte vingerspalk waarin u wel kunt buigen maar niet kunt overstrekken.
Wanneer het gewricht stabiel is hoeft u het spalkje niet meer te dragen, u krijgt dan oefeningen om de bewegelijkheid te onderhouden. Wanneer uw vinger erg stijf geworden is, krijgt u een nieuw spalkje, nu juist om de beweging te verbeteren. We blijven het herstel monitoren.
Soms is het zo dat de vinger al heel stijf geworden is wanneer u bij ons komt, bijvoorbeeld doordat u pas na een aantal weken bij ons terecht bent gekomen. Of het kan zijn dat u aanleg heeft om stijve gewrichten te ontwikkelen. In dit geval starten we direct met een strekspalkje en oefeningen om uw vinger weer soepel te krijgen.